Voordat er een nieuwe periode in mijn leven aanbreekt ga ik altijd als vanzelf opruimen. Opruimen helpt me om ruimte te maken in mijn hoofd en is ook een goede bezigheid als ik ondertussen dingen wil overdenken of afsluiten.
Tot zeven jaar geleden werkte ik in de uitgeverij en had ik rond kerst altijd vakantie. Heerlijk vond ik dat, en ik besteedde altijd een paar dagen aan opruimen, dan kon ik met een fris hoofd het nieuwe jaar in. Met de kinderen mestte ik een dag lang hun kamers uit, wat altijd begon met wat gemopper, maar eindigde met plezier en trots.
De afgelopen zeven jaar werkte ik in boekwinkels, waar het rond kerst natuurlijk juist heel druk is, en dus had ik geen (opruim)vakanties meer in december. Maar een nieuw begin kan natuurlijk van alles zijn. Opruimen voordat je weer aan het werk gaat na een andere vakantie is ook heel fijn. Of opruimen nadat er iets verdrietigs is gebeurd, of na een hele drukke periode.
Binnenkort start ik met een nieuwe baan (in de bibliotheek!). Helaas is er geen mogelijkheid om mijn resterende vrije dagen op te nemen, geen omschakel-opruimdagen dus. Maar ongemerkt ben ik toch al begonnen. Vorige week een paar keukenladen, vanochtend twee lades in de woonkamer.
Ik dacht dat ik die lades niet zo lang geleden nog had gedaan, maar dat klopte niet echt. De lidmaatschapspasjes van het Utrechts Landschap vanaf 2013 lagen er allemaal nog in. Zou ik er echt tien jaar lang niet naar gekeken hebben? Uit alle hoeken en gaten kwamen postzegels. Ook veel ongestempelde die ik nog moest afweken, zoals mijn vader me vroeger leerde. Schattige oude pasfoto’s van onze jongens, oude spaarkaarten van allerlei winkels, mijn visitekaartjes van de uitgeverij, allerlei soorten coronabewijzen, geprinte QR-codes, gele boekjes, adreslijsten van de basisschool, het complete programma van de Engelandreis van de oudste die door corona nooit is doorgegaan.
De laden zijn nu weer netjes. Er ligt een stapeltje voor Thad klaar om te bekijken als hij vanavond thuiskomt. Meestal baalt hij daar dan een beetje van (‘Heb je het weer op je heupen?’, zal hij ongetwijfeld zeggen), om daarna toch ook wel blij te zijn met de opgeruimde laden. Maar hij weet inmiddels wat er komt.
De afgeweekte postzegels liggen nu te drogen op een krant. En ik denk al weer na over mijn volgende opruimproject. Want als ik eenmaal begonnen ben… (Ik ben benieuwd of ze bij de bibliotheek aan kerstvakantie doen.)