Er spelen nogal wat belangrijkere dingen in de wereld, maar stiekem maak ik me wel druk om mijn corona-kilo’s. Als ik eerlijk ben zijn het ook niet alleen coronakilo’s, maar was ik al een jaar wat zwaarder. De afgelopen drie maanden kwam daar misschien nog een kilo’tje bij, en corona de complete schuld geven is dan wel zo makkelijk. Maar je hebt er tegelijkertijd ook weer niks aan, dat is zo jammer.
Al een jaar lang roep ik dat er wat af moet. Als ik een maandje niet zou snoepen/chips eten/twee keer opscheppen/wijn drinken zou het ook zo gepiept zijn. Als. Het afgelopen jaar ben ik dat denk ik elke maandag wel van plan geweest. Maar op de een of andere manier vergeet ik heel snel. Het wil niet lukken. Wat zeker niet helpt is dat ik ook altijd wel trek heb. (Dat is echt heel onhandig trouwens als je minder wilt eten.)
Gisteren verzuchtte ik dit allemaal bij een jarige vriendin. Het taartje sloeg ik af, dat vond ik meteen al heel ongezellig en jammer, het was nog zelfgebakken ook.
‘Hoe kan het toch dat ik zo’n slappeling ben? Voorheen vond ik het altijd wel een leuk project, een paar weken niet snoepen,’ zei ik.
‘Misschien hoeft het geen leuk project te zijn, maar moet je het gewoon doen,’ antwoordde ze, ‘omdat je het nodig vindt.’
Ik vond dat ze gelijk had, alleen dat woordje ‘gewoon’ zat me nog dwars. Op de terugweg naar huis haalde ik kersen en aardbeien bij boer Erik, dat leek me een goed begin.